Statenvertaling
Evenwel zond de koning van Assyrië Tartan, en Rabsaris, en Rabsaké, van Lachis tot den koning Hizkía, met een zwaar heir naar Jeruzalem; en zij togen op, en kwamen naar Jeruzalem. En als zij optogen en gekomen waren, bleven zij staan bij den watergang des oppersten vijvers, welke is bij den hogen weg van het veld des vollers.
Herziene Statenvertaling*
Maar de koning van Assyrië stuurde de opperbevelhebber, de bevelhebber van de hofhouding en de commandant van Lachis naar Jeruzalem, naar koning Hizkia, met een sterke legermacht. Zij trokken op en kwamen naar Jeruzalem. Nadat zij opgetrokken en daar aangekomen waren, stelden zij zich op bij de waterloop van de bovenvijver, op de hoofdweg naar het Blekersveld.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Daarna zond de koning van Assur de veldmaarschalk, de hofmaarschalk en de maarschalk uit Lakis met een sterke legermacht naar Jeruzalem, tot koning Hizkia. Zij trokken op en kwamen te Jeruzalem; en toen zij opgetrokken en gekomen waren, stelden zij zich op bij de waterleiding van de bovenste vijver op de weg naar het Vollersveld.
King James Version + Strongnumbers
And the king H4428 of Assyria H804 sent H7971 ( H853 ) Tartan H8661 and Rabsaris H7249 and Rabshakeh H7262 from H4480 Lachish H3923 to H413 king H4428 Hezekiah H2396 with a great H3515 host H2426 against Jerusalem. H3389 And they went up H5927 and came H935 to Jerusalem. H3389 And when they were come up, H5927 they came H935 and stood H5975 by the conduit H8585 of the upper H5945 pool, H1295 which H834 is in the highway H4546 of the fuller's H3526 field. H7704
Updated King James Version
And the king of Assyria sent Tartan and Rabsaris and Rabshakeh from Lachish to king Hezekiah with a great host against Jerusalem. And they went up and came to Jerusalem. And when they were come up, they came and stood by the conduit of the upper pool, which is in the highway of the launderer's field.
Gerelateerde verzen
Jesaja 22:9 - Jesaja 22:11 | Jesaja 7:3 | 2 Koningen 20:20 | Jesaja 36:2 | 2 Kronieken 32:9 | Jesaja 20:1